Privacy mag niet stelselmatig geschonden worden in het belang van algemene preventie

Overheden en Big Brother

03 / mei

Er is in het afgelopen jaar veel te doen geweest over de interventie van overheden in onze persoonlijke levenssfeer. Denk bijvoorbeeld aan het verzamelen van onze locatie via het telefoonnetwerk in het kader van de preventie tegen corona besmettingen. Het Europese Hof heeft een paar interessante uitspraken gedaan op dit onderdeel die onlangs nog een keer zijn (her)bevestigd.

Wederom heeft het Hof van Justitie bepaald dat nationale wetgeving die het mogelijk maakt om overheden onbeperkt toegang te verschaffen tot persoonsgegevens, zoals telefoongebruik en locatiebepaling, onverenigbaar is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Richtlijn betreffende Privacy en elektronische Communicatie. Overheden die dit soort regelingen treffen met het oog op preventie, of bijvoorbeeld een algemeen onderzoek naar potentiële misdrijven, handelen in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het gebruik van deze middelen is enkel toegestaan in het kader van specifieke opsporingsprocedures gericht op zware criminaliteit of ernstige bedreigingen van de algemene veiligheid. Enkel die opsporingsmethodes zijn toegestaan waar er dus in concrete gevallen doelgericht onderzoek wordt gedaan naar zware misdaad en dan alleen met toestemming van een onafhankelijke rechter.

De achtergrond van deze inperkingen aan de macht van overheden is wel duidelijk. Men wil misbruik voorkomen. Ook wil men garanderen dat burgers die onderzocht worden niet verstoken blijven van garanties, namelijk dat een onafhankelijk orgaan een belangenafweging maakt tussen alle betrokken rechten en plichten. Dit soort onderzoeken moeten een concreet doel hebben, proportioneel zijn en mogen niet willekeurig worden toegepast.

Het voorgaande toegepast in de praktijk maakt dat ook de regelingen die in het leven zijn geroepen om vrijheden te beperken op grond van de volksgezondheid of reizigers te controleren of ze zich aan de quarantaine houden, op losse schroeven komen te staan.

Het Europese Hof heeft daarmee een duidelijke positie genomen die erop neerkomt dat burgers hun privacy niet hoeven op te geven zodat overheden makkelijker overtredingen kunnen handhaven.

Big Brother wordt dus -in ieder geval bij de Europese Justitie- voorlopig geen ruimte gegeven. Of dit in de praktijk overheden zal tegenhouden om steeds verder in te grijpen in de persoonlijke levenssfeer kan men zich afvragen. Het afgelopen jaar is een goed voorbeeld geweest hoe overheden angst gebruiken om de publieke opinie op hun hand te krijgen en het zelfbeschikkingsrecht van het individu in te perken. Overheden lijken dit ongestraft te kunnen doen als zij de privacy schendende maatregelen rechtvaardigen als een veiligheidsmaatregel. Voordat het Europese Hof de kans krijgt hierover een uitspraak te doen zijn we weer jaren verder. Misschien staan we dan aan de vooravond van de uitbraak van een nieuw virus dat de wereld op zijn kop zal zetten en alle middelen die ten kosten gaan van het zelfbeschikkingsrecht zal heiligen.

Roeland van Passel