ten koste van het algemeen belang

De akkoorden tussen de belastingdienst en de vakbonden blijven bepaalde belangen bevoordelen

20 / okt

U herinnert zich ongetwijfeld het controversiële plan voor de intensivering van de controles door de belastinginspectie (Plan de Intensificación de Actuaciones de la Inspección de Hacienda oftwel de PIA-overeenkomst) tot 2022 en de onvrede die daarmee ontstond door het aanbieden van een bonus van 100 miljoen euro aan haar ambtenaren in ruil voor het innen van 13,5 miljard euro aan belastingfraude.

U herinnert zich vast ook de ontevredenheid van de vakbonden, die betrokken zijn bij de collectieve onderhandelingen, over de weigering van de belastingdienst, la Agencia estatal de la administración tributaria  (AEAT), om de criteria voor het toekennen van genoemde bonussen bekend te maken en de arresten van het Hooggerechtshof die de openbaarmaking ervan hebben bevolen.

Helaas is het probleem hiermee niet helemaal opgelost en wij leggen u uit waarom niet.

Overeenkomsten zoals de PIA leiden namelijk tot een buitensporige belastingdruk voor de belastingbetaler, omdat die gedwongen wordt hoge bedragen te betalen om de prestatiequota van enkele ambtenaren te bekostigen.

De PIA-overeenkomst is het resultaat van collectieve onderhandelingen tussen de AEAT en de vakbondsorganisaties over het bereiken van overeenstemming over de criteria voor de verstrekking van extra capaciteit bestemd voor het voorkomen en bestrijden van douane- en belastingfraude.

Ondanks het bovenstaande mag niet worden vergeten dat AEAT- functionarissen werken met het geld van alle belastingbetalers voor wie de geboden bonus alarmerend hoog is en een te grote bemoeienis van de overheid in belastingzaken betekent.

In principe wordt de belastingheffing beheerst door beginselen van fiscale rechtvaardigheid, zoals economische draagkracht, evenredigheid, progressiviteit en het beginsel van niet-confiscatie, aangezien de betaling van belastingen een inmenging in het eigendomsrecht inhoudt. Daarom mag er geen vergoeding danwel bonus verbonden zijn aan de geïnde bedragen en de opgelegde sancties in het kader van belastingcontroleoperaties.

Het gebrek aan transparantie van deze overeenkomsten komt tot uiting in het gedrag van de ambtenaren. Zij passen sancties toe ongeacht de overtreding van de belastingplichtige, en ook wedijveren zij met elkaar om aan te tonen wie het meeste int en in het geval van het overschrijden van het streefbedrag om aanspraak te kunnen maken op de door de regeling ingestelde bonus.

De legitimiteit van het akkoord wordt ook in twijfel getrokken door het Europees Hof van Justitie dat het volgende heeft gezegd:

“De lidstaten moeten gebruik maken van middelen waarmee het door het nationale recht nagestreefde doel doeltreffend kan worden bereikt (…). Bijgevolg is het legitiem dat de door de lidstaten vastgestelde maatregelen tot doel hebben de rechten van de schatkist zo doeltreffend mogelijk te beschermen, maar zij mogen niet verder gaan dan daartoe nodig is”.

Daarom moet de de rechtsgeldigheid van dit soort overeenkomsten, hun uiteindelijke doel en hun toepassing in de praktijk nog worden getoetst. Het feit dat dergelijke overeenkomsten het resultaat zijn van collectieve onderhandelingen betekent niet dat zij een verbond zijn dat het algemeen belang dient, laat staan dat zij legaal zijn of beantwoorden aan een rechtvaardige belastinginning.

Bovendien is het duidelijk dat een grotere inning niet noodzakelijkerwijs betekent dat douanefraude wordt bestreden en voorkomen, zoals de pers en de regering willen doen voorkomen, door omvangrijke cijfers te laten zien alleen om op te scheppen over vermeende successen en resultaten.

Camila Lizarazo González